Mariëtte Bos - april 2012
Toegegeven, Servië is niet de meest voor de hand liggende kampeerbestemming, maar als u nieuwsgierig bent naar de Balkan, de sfeer van weleer en een beetje avontuurlijk bent ingesteld is het wel een echte aanrader.
Geschiedenis
De geschiedenis van de Serven is de geschiedenis van de oorlogen. De invloed van de verschillende heersers heeft zijn sporen nagelaten. Dat in combinatie met het feit dat Servië wordt bewoond door 28 etnische groepen en omringd wordt door acht buurlanden maakt dat Servië een melting pot is waarin culturen en tradities elkaar vinden.
De recente geschiedenis van Servië ligt nog niet zo ver achter ons. Het is de tijd waarin de Serven, onder aanvoering van Miloševic en Karadžic de sympathie kwijtraakten van Europa en de rest van de wereld door de manier waarop ze het uiteenvallen van het voormalige Joegoslavië, de Bosnische oorlog en de Kosovo kwestie hebben aangepakt. Beide mannen zijn gevangen gezet door het Internationaal Gerechtshof in Den Haag en veroordeeld voor de door hun gepleegde oorlogsmisdaden (Miloševic overleed in 2006). In mei 2011 werd ook Mladic als verdachte van het Joegoslavië tribunaal overgebracht naar de gevangenis in Scheveningen. Het zijn met name deze 'heren' en hun toenmalige achterban die voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor het slechte imago van Servië.
Weetjes
Servië ligt op een kruispunt tussen Centraal-Europa, Zuid-Europa en Oost-Europa, het is 88.361 km² groot en telt 7,5 miljoen inwoners. Ruim 2 miljoen wonen in de hoofdstad Belgrado. In Servië wordt Servisch gesproken en u betaalt er met de Dinar. Servië heeft 5 nationale parken.
Anno 2012 is Servië een parlementaire democratie met aan het hoofd president Boris Tadic die Servië wil laten toe treden tot de Europese Unie.
Belgrado
Hoofdstad Belgrado (Beograd - witte stad) vormt al eeuwen een strategisch punt op de plaats waar de Sava uitmondt in de Donau. Belgrado vormt de poort naar Europa en hier begint de Balkan. Een perfecte plaats voor Fort Belgrado want vanaf hier konden de strijdkrachten de vijand van verre zien aankomen. Tegenwoordig bieden het fort, samen met het in 1970 aangeplante Kalemegdan park, onderdak aan een dierentuin, sportvelden en een militair museum. Daar waar de kogels nog in de muren zitten, wordt nu gesport en spelen kinderen op kanonnen die tijdens WO II werden gebruikt.
Belgrado is één van de oudste steden van Europa (eerste bewoning 300 jaar voor Chr.) en dat is bijzonder als je bedenkt dat het 14 keer is vernietigd. Alleen al in de 20e eeuw werd het 5 keer gebombardeerd, waarvan de laatste bombardementen door de NAVO in 1999 nog pijnlijk vers in het geheugen liggen.
City that never sleeps
Belgrado is een universiteitstad en er wonen 30.000 studenten. Ze zorgen voor een levendigheid die ik niet verwachtte. Door de huidige woningnood wonen drie generaties bij elkaar in veel te kleine woningen en in de weg gezeten door inwonende opa en oma trekt de jeugd massaal de stad in. Als ik rondkijk naar de betonnen woontorens uit de tijd van Tito begrijp ik waarom dit park, en trouwens de hele stad, iedere dag en avond bruist van de jeugd en van de energie.
De warmte van overdag ligt rond middernacht als een deken over de stad, het is te warm om naar bed te gaan en te gezellig bovendien. Het nachtleven floreert en de feesten op de partyboten op de Donau en de Sava zijn in volle gang, vrolijke muziek vult de lucht.
Lonely Planet schreef dat het uitgaansleven in Belgrado dat van New York naar de kroon steekt. Thuis leek dat onwaarschijnlijk maar de sfeer hier is geweldig! We voelen de levenslust van de Serven, het bruist en het voelt nooit ongemakkelijk.
We lopen door de bekendste winkelstraat Knez Mihajlova en even later staan we middenin de uitgaanswijk 'Silicon Valley' (Strahinjica Bana street). Niet die in Californië maar de Servische equivalent. Zien en gezien worden is wat hier telt. Uitbundig opgemaakte dames op te hoge hakken tonen trotst hun siliconen in veel te strakke jurkjes, de spierballen van hun lovers scheuren bijna uit de shirtjes. Het zelfvertrouwen spat ervan af en het lijkt totaal niet op wat ik had verwacht. Ik had een timide volk verwacht met een collectief schaamtegevoel vanwege het oorlogsverleden. Maar ieder verhaal is genuanceerder dan het lijkt en in Belgrado moet het leven geleefd worden. Iedere inwoner heeft zijn eigen uitleg over de oorlog en Karadžic wordt ook nu nog niet door iedereen als oorlogsheld gezien (...).
Onze volgende stop is de Boheemse wijk Skadarlija, een smal straatje met kinderkopjes dat dateert uit 1840. De gevels van de talloze restaurantjes zijn prachtig beschilderd, de terrasjes zitten overvol en traditionele zigeuner muziek wordt live tussen de tafeltjes gespeeld. Wij nemen plaats en laten ons verleiden tot een sljivovica. Het is een pruimenlikeur die onder het mom van gezondheidsdrankje wordt gedronken. Het zou goed zijn voor hart en bloedvaten en daar moeten we ons beslist even mee bezig houden. Živeli (proost)!
Ook de volgende dagen is er genoeg te zien. De winkelstraat Knez Mihajlova, Prins Michael op zijn paard, Republic Square, het Nationaal Museum, het graf van Tito, het stadion van Red Star Belgrade, de ambassades en parlementaire gebouwen en natuurlijk de kerk van Sint Sava. Dit symbool van nationale trots en hoop is de op één na grootste kerk in Europa waaraan al bijna 80 jaar wordt gebouwd. De buitenkant is af maar binnen is het nog lang niet klaar. Omdat het bekostigd wordt door donaties van de bevolking is het een tijdrovende kwestie en het is onbekend wanneer het project kan worden afgerond.
Ada Ciganlija is een 2,4 km breed en 8 km lang schiereiland in de Sava, het is een geweldige plek om een dag te ontspannen. Je kunt er onder meer golfen, snowboarden, paintballen en je vertier zoeken op en rond het water. Wij huren fietsen bij iBikeBelgrade van de Hagenees Ralph van der Zijden (ja echt). Hij gidst ons door het andere Belgrado, het oude Belgrado van toen Tito nog de baas was en de communisten aan de macht. We zien veel te veel saaie en sombere woontorens die niet in straten maar blokken staan opgesteld en grote protserige leegstaande parlementsgebouwen, die in al hun allure staan te verpauperen. Ze vertellen een geschiedenis van rijkdom en macht, maar ook van onderdrukking van het volk en over vele Serven die dit regime met de dood moesten bekopen.
We fietsen langs de Genex Tower, een wolkenkrabber uit 1980. Ze vormen de west poort van Belgrado en waren hét visitekaartje van de stad. De twee torens zijn op grote hoogte verbonden door een brug. Bovenin bevond zich een rond draaiend restaurant, eronder een schuilkelder voor atoomaanvallen. In de volksmond worden het nu de 2 Idioten genoemd...
We fietsen over de Brankov most naar een voormalig concentratiekamp uit WO II Het wordt bewoond door zigeuners die geen vaste geboorteplaats hebben, dus geen geldig paspoort en waarvan de kinderen om die reden geen recht hebben op onderwijs. Ze zijn arm, maar schijnbaar tevreden met hun bestaan en veel kinderen brengen de dagen bedelend door. Hoewel ik het niet direct verwacht, verzekert Ralph me dat ik me hier volkomen veilig kan voelen. Dat geldt trouwens in heel Servië. Hoewel de armoe groot is, zijn de criminaliteitscijfers laag. Het gemiddelde inkomen bedraagt in Belgrado €500 euro per maand en hoe verder van de stad, hoe lager dit wordt. Gemiddeld komt het uit op €300. Het werkeloosheidspercentage is 20 tot 25%!
Toeristisch
We verlaten deze fascinerende stad over de E75, de enige snelweg die van noord naar zuid loopt. Hoe verder van de stad hoe dunner bevolkt en hoe armer de mensen. Een gedetailleerde wegenkaart is nodig want steeds vaker zijn de plaatsnamen geschreven in voor ons onleesbare cyrillische letters.
Langzaam zie ik het Servië dat ik verwachtte. Armoe, vroegoude vrouwen met hoofddoekjes, mannen met kromme ruggen die het harde bestaan nauwelijks kunnen dragen. Verlaten en vervallen huizen herinneren aan oorlogen en de bewoners die zijn gevlucht voor het geweld en niet terugkeerden.
We passeren Požarevac, de stad waar Miloševi? woonde, verliefd werd en trouwde en nu begraven ligt naast zijn ouderlijk huis.
We bezoeken Kostolac. De kolenmijnen die hier werk boden aan honderden mensen raakten vrijwel uitgeput waarna grote armoe volgde. Velen vertrokken als gastarbeider naar Oostenrijk en Duitsland. Inmiddels gepensioneerd, komen ze terug om met gespaard geld, op paleizen lijkende huizen te bouwen. Het contrast met de vervallen huisjes van hen die de regio trouw bleven is surrealistisch! De huidige bevolking vindt werk in de nieuwe bruinkoolcentrale. Tijdens de bouw stuitte men, in deze desolate omgeving, op belangrijke archeologische vondsten. Inmiddels is bekend dat de site Viminancium 450 hectare groot is en een Romeinse militaire nederzetting uit de 1e eeuw na Chr. betreft met 35.000 inwoners. Naar schatting is nu 2% opgegraven en het toont ons een mausoleum met thermen, 28 fresco's en tientallen graven.
We overnachten aan het prachtige Srbrno Jezero (Silver Lake), een afgedamde zijtak van de Donau. Hier brengen de Serven in grote getale hun vakantie door. In prachtige vakantievilla's, oude of inmiddels gemoderniseerde hotels of op de camping.
De Donau stroomt 588 km over Servisch grondgebied en vormt honderden km de grens tussen Servië en Roemenië. Honderden jaren was het een verdedigingslinie (met verschillende forten) en de noordgrens van het Romeinse rijk. Om die reden wordt hier veel archeologisch onderzoek gedaan en zijn er indrukwekkende opgravingen. Ook duizenden jaren daarvoor werd dit gebied al bewoond. In nationaal park Djerdap bezoeken we de prehistorische nederzetting Lepenski Vir. Ondergebracht in een modern gebouw toont men hoe er 10.000 jaar geleden werd geleefd.
De IJzeren Poort is de grootste en diepste rivierkloof in het Europese deel van de Donau. Hier is de Donau met 150 m op z'n smalst. Steile rotswanden steken 300 m de lucht in. Vanaf boven zien we cruiseschepen richting de Zwarte Zee varen. Aan de overkant zien we de Roemeense Karpaten.
We eten bij een kunstenaar op de heuvel Kapetan Misin Breg. Hij woont op een goddelijke plek aan de Donau en onthaalt zeer gastvrij ons op een Servische lunch.
Ik voel me een Japanner op bezoek in Europa, er is in Servië zoveel moois maar ik heb beperkte ruimte: middeleeuwse forten, opgraving Felix Romuliana (Unesco), prachtige nationale parken, oude kloosters, de sterk verouderde maar daarom zo fascinerende wijnkelder Sveti Trifun in Rajac en het erachter gelegen oude kerkhof met 1000 vervallen graven, de stuwdammen in de Donau en dorpen die daardoor onder water verdwenen of zelfs 3 keer werden verplaatst.
De ontwikkelingen in Servië hebben 20 jaar stilgestaan maar nu is de wederopbouw in volle gang. Investeerders staan in de rij om de oorlogsschade te herstellen en de inhaalslag te financieren die van Servië een modern Europees land moet maken. De oude Balkan sfeer verdwijnt in rap tempo. Bezoek het daarom nu en wacht niet te lang. Over vijf jaar ziet dit land er compleet anders uit.
Het Servisch Nationaal Bureau voor Toerisme trekt jaar na jaar meer toeristen die zich te goed doen aan de natuur, de sportieve mogelijkheden, de cultuur historie en de Servische keuken. De Serven zijn blij met uw komst en zullen u gastvrij onthalen.
Met dank aan het Servisch Nationaal Bureau voor Toerisme (www.serbia.travel) en gids Srdjan Risti? (www.explore-belgrade.com)