Door Albert Folkerts - maart 2013
Op amper drie uur rijden van Nederland ontrolt zich een prachtige heuvelachtig landschap, daar waar de Noordzee overgaat in het Nauw van Calais. Een Franse impressionist hield deze streek ten doop als de Cote d’Opale, en dat is de benaming die de lokale toeristenbureaus ook graag op hun brochures zetten.
De Côte ‘d Azur kent iedereen, maar weet u waar de Côte ‘d Opale ligt? Onze redacteur Albert Folkerts komt er al jaren. Eind zestiger jaren is zijn passie voor dit stukje Franse kust ontstaan tijdens de zomerkampen op Cap Griz Nez van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) van Natuurmonumenten. Daarna is de streek jarenlang het doelwit geweest van korte vakanties; uitstapjes om even helemaal uit te waaien.
De oude lekkende legertenten en het hippiehaar zijn inmiddels vervangen door respectievelijk een camper en een kortere grijzende haardos, maar zijn liefde voor de streek is onverminderd gebleven. Camping Les Noires Mottes in Sangatte maakt vrijwel ieder jaar deel uit van de route naar de zon of een trip tijdens een lang weekeinde. In al die jaren is er niet veel veranderd in het dorp, ja de bakker heeft na tientallen jaren de gebarsten winkelruit laten vervangen en er zijn een paar huizen bijgebouwd, maar voor de rest is het hetzelfde gebleven. We kennen enkele dorpelingen waar goed mee te praten is in het Patoit dat hier het meeste op Vlaams lijkt. Tussen Cap Griz Nez en Cap Blanc Nez, beide dagelijks goed te zien op de weerkaart, ligt een uniek natuurgebied dat een keerpunt is voor vele miljoenen Europese trekvogels die de kust volgen of de oversteek wagen vanuit Engeland. Iedere serieuze vogelaar kent deze plek om zijn kijker neer te zetten.
Cap Blanc Nez is een 130 meter hoge witte kalkreus en Cap Griz Nez steekt lager gelegen ver in zee, beide zijn beroemd vanwege de vele fossielen die er gevonden kunnen worden. Het overige landschap is het beste te beschrijven als Limburg aan zee. 
Toen ontdekte ik al de relatie tussen de steeds veranderende kleur van de hemel die gereflecteerd wordt in de golven van de zee. Het melkwitte licht in deze streek is niet anders te omschrijven als ‘Opaal’. Een lichtintensiteit die heel wat generaties schilders inspiratie heeft geleverd. De wind zorgt voor een constant wisselend effect op de zee en het land er achter. De duinen tussen de machtige kapen zijn er door gevormd en zeilers en surfers weten er goed gebruik van te maken. Er is geschiedenis in deze streek geschreven. Julius Caesar stak hier het kanaal over en Henri the 8’th deed het in omgekeerde richting om Boulogne te veroveren. Napoleon was hier en beide wereldoorlogen hebben er hun sporen achter gelaten in de vorm van allerlei soorten bunkers, die deels al weer door de zee zijn verzwolgen. En ten slotte de aanleg van de Kanaaltunnel die gelukkig de veerboten niet volledig heeft vervangen. Stedentrips zijn er te maken, goedkoop als voetpassagier naar Dover en dan de bus richting Canterbury, of duurder met de caravan aan de trekhaak of met het kampeerbusje. Of een moderne pelgrimage naar de indrukwekkende kathedraal van Boulogne met zijn indrukwekkende verdedigingsmuren van Vaubain en het gigantische zeeaquarium van de Nausicaa. De belangrijkste pluspunten voor de Cote d’Opale in het Noordwesten van Frankrijk zijn de schitterende krijtrotsen, de 
nauwelijks bebouwde kust en de opvallende rust die er heerst. Tussen Sangatte en Boulogne is de kustlijn vrijwel continu te volgen via de D940. Behalve idyllische plaatsjes als Wissant, Ambleteuse en Wimereux komt men langs de indrukwekkende krijtrotsen van Cap Blanc Nez en Cap Griz Nez.
Als je op Cap Griz Nez naast de vuurtoren staat en een frisse zeebries het lange gras laat golven, heb je het gevoel op de rand van Frankrijk te staan… Dit is de grijze kaap, opgebouwd uit miljoenen versteende mossels. Cap Blanc Nez is aanmerkelijk hoger dan zijn grijze tegenhanger. De kaap is zelfs goed te zien op satellietbeelden van het weerbericht. Wie vanaf de ruim honderddertig meter hoge krijtrots naar beneden kijkt, kan gemakkelijk hoogtevrees krijgen. Toch is het een aanrader omdat het zicht op de White Cliffs of Dover dertig kilometer verderop zo mooi is. De drukbevaren tussenliggende zee-engte vertoont de fraaiste kleurenpatronen tussen diepblauw en melkwit, altijd goed voor een paar mooie foto’s. Een uur ben je hier zo kwijt en als je een patatje bestelt bij een van de vele mobiele fritures, is het een prachtplek voor de lunchpauze.
Het museum van de Transmanche (Het museum is helaas inmiddels opgeheven - red.) verderop is de plaats waar alles te zien is over de vele serieuze en onvoorstelbare plannen die in de loop der jaren bedacht zijn om over Het Kanaal of er onder door te komen. Honderden meters onder de kaap rijden dagelijks treinen af en aan om reizigers van en naar Engeland te brengen door de Kanaaltunnel. De ingang van de tunnel zelf ligt een kilometer of vier verder landinwaarts bij Coquelles. Een futuristisch ogend winkelcentrum Cite Europe is het markante toegangsgebouw. Niet alleen leuk om te winkelen, maar ook om je te vergapen aan de technologie van onze eeuw. De dromerige badplaatsjes langs de kust zijn het andere uiterste. Bij Wissant zijn opgravingen te zien van een Romeins kampement. Het negentiende eeuwse Ambleteuse wordt beschermd door een zeventiende eeuws fort en Wimereux heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een elegante familiebadplaats. De vele badgasten vermaken zich bijvoorbeeld op een golfbaan in de duinen en op zondag kom je ze tegen op de plaatselijke rommel- en antiekmarkt. 
De stad Boulogne sur Mer is beslist een dagtrip waard. In 2001 was het even wereldnieuws door de aankomst van een Tour de France etappe. Voor de toerist is het een echte Franse stad met een geschiedenis die teruggaat naar de oude Romeinen. Binnen de oude stadsmuren bevindt zich een levendig centrum met de nodige terrasjes en restaurants. Een oud kasteel doet er dienst als museum maar de Nausicaa aan de haven in de benedenstad trekt meer bezoekers. Dit nationaal maritiem centrum biedt een prachtig overzicht van het leven onder de zeespiegel in een reeks gigantische aquaria.
Direct buiten de stad begint het regionale natuurpark van de Boulonnais. Het is een afwisselend landschap, met glooiende heuvels, duinen, kliffen, slikken en moerassen. De hele streek is nog onaangetast. De schitterende natuur wordt slechts hier en daar onderbroken door een paar ingeslapen dorpjes. Een prachtig gebied die zich het beste per fiets laat verkennen ondanks de hier en daar voorkomende steile klimmetjes a la Tour de France. Zo’n fietstochtje brengt de reiziger bijvoorbeeld in Desvres, een stadje dat sedert de achttiende eeuw een naam hoog te houden heeft op het gebied van de aardewerk- en porselein productie. Men heeft zich toegelegd op het kopiëren van oude motieven en modellen, geen wonder dat hier aardewerk in de etalages staat dat veel lijkt op ons Delfts Blauw. In het Maison de la Faience is de geschiedenis van de lokale aardewerkindustrie te bewonderen. Verzamelaars kunnen er in ieder geval hun kennis verrijken met de variatie in pottenbakkerskunst en de diverse merktekens die hier gebruikt zijn. Door het bos van Desvres is het heel plezierig fietsen naar een andere bezienswaardigheid, het Maison du Marbre et de la Geologie in Rinxent. Dit plaatsje ligt midden in een streek waar sinds jaar en dag steen wordt gedolven voor de woningbouw. Het steenhouwerswerk en de verschillende gebruiken van de plaatselijke marmersoorten worden in het museum uit de doeken gedaan. Daarnaast wordt aan de hand van fossielen en diorama’s de boeiende geologische geschiedenis uitgelegd van het land achter de twee kapen.
Campings
Vrijwel ieder plaatsje langs de kust heeft een of meerdere campings. Verder landinwaarts is er nog een aantal campings bij de boer te vinden, die soms worden aangegeven met een handgemaakt bordje langs de weg. Verwacht daar geen luxe, maar je komt wel in aanraking met het echte Franse landleven. Een goede campinggids is: Guide officiel camping caravaning FFCC die op internet te raadplegen is via: www.campingfrance.com Kijk dan in Departement 62 Pas de Calais. Onze camping is al jaren Les Noires Mottes in Sangatte, tel: 03 21 82 04 75. Een eenvoudig uitgeruste camping op 50 meter van het strand. Een ideaal vertrekpunt voor wandelingen over de top van Cap Blanc Nez en weer terug over het strand bij eb.