Geheim over de Grens - Door Mariëtte Bos
De Duitse regio’s Graafschap Bentheim, Zuidelijk Eemsland, Osnabrückerland en Münsterland vormen de onderschoven toeristische kindjes van onze oosterburen. Als je het vergelijkt met bijvoorbeeld het Zwarte Woud, de Harz en Sauerland trekken ze maar weinig toeristen. En hoewel dat voor de hand lijkt te liggen is het nog maar de vraag of het terecht is. We brengen een bezoek aan deze zuidwest hoek van het Duitse Nedersaksen, net over de grens bij Enschede en stellen ons de vraag: is het wel terecht dat dit gebied zo weinig toeristische aandacht krijgt?
Gestoken in solide regenjassen beginnen we met een bezoek aan Tierpark Nordhorn (www.dierentuin-nordhorn.nl) in Nordhorn. In deze oude dierentuin zijn ongeveer honderd oude en vooral zeldzame huisdiersoorten bijeen gebracht. Er is een speeltuin en een restaurant en er zijn allerlei activiteiten om meer bekendheid te geven aan het boerenleven. We besluiten een gooi te doen naar het Bentheimer Boerendiploma. We doen behendigheidsspelletjes, moeten zaden, geuren en vormen herkennen, recepten opschrijven en dieren benoemen. Na een uur hard werken worden de punten geteld, de opdrachten besproken en de Bauern Urkundes uitgereikt. We hebben het goed gedaan.
Bij Kart Park Emsbüren (www.kartpark.com) gaan we outdoor karten. Een bord met het opschrift: “Got schütz uns gegen wasser und wind und gegen kartfahrer die keine sind” verwelkomt ons. We negeren de woorden, zetten een helm op en nemen plaats in de karts. We overnachten op een camperplaats aan de Vechtsee in Nordhorn.
De volgende dag rijden we naar de familie Dieckman in Emsdetten. De voormalige boerderij doet dienst als restaurant, op het erf staan gastenverblijven en de schuur is ingericht als speelruimte. De twee overige schuren zijn het domein van de paarden en pony’s. Gasten mogen er tegen een vergoeding op rijden. De rijbak is door de aanhoudende regen een enorme modderbak geworden zodat we dat genoegen graag aan ons voorbij laten gaan. Maar als we de buiken rond hebben gegeten blijft de gastheer aandringen. De kinderen moeten een tochtje maken! En terwijl de eigenaar samen met zijn dochter de paarden zadelt maken wij kennis met de overige gasten. We begeleiden de kinderen en wandelend naast de paarden verkennen we de heuvelachtige omgeving.
De Sommerrodelbahn en Sprookjespark Ibbenbüren (gratis!) (www.sommerrodelbahn.de) is onze volgende stop. Dit oude familiebedrijf is in 1926 gebouwd en trok in de zestiger jaren meer dan 300.000 bezoekers per jaar. Nu zijn dat jaarlijks nog zo’n 100.000. De speeltuin en het sprookjespark zijn verouderd en eenvoudig van opzet maar ik zie dat kinderen uit het computertijdperk dit gelukkig toch nog waarderen. In 1997 besloot de eigenaar nog eens flink te investeren. Voor 1 miljoen euro liet hij een nieuwe indoor attractie bouwen: Reis om de Wereld (entree €2,00). We stappen in een wagentje en laten ons, sneller dan Jules Verne ooit heeft gedaan, langs allerlei bevolkingsgroepen in prachtige decors rijden.
Dan gaan we rodelen. Voor 50 eurocent mogen we op een sleetje gaan zitten om dan met een geweldige vaart naar beneden te razen. Dan nog eens en nog eens en nog eens, want hoe vaker we het doen hoe sneller we gaan. De muntjes vliegen onze portemonnee uit, en voor we het weten zijn we een flink bedrag armer.
We overnachten op een speciaal camperveld op Alfsee Ferien und Erholungspark in Rieste in het Osnabrückerland
Alfsee Ferien- und Erholungspark
In het noorden van het glooiende Osnabrückerland ligt Alfsee Ferien- und Erholungspark.
De uitgestrekte landerijen en de bossen op de Ankumer Hoogte trekken rustzoekers, fietsers en wandelaars en dankzij de vele faciliteiten komen actieve kampeerders hier ook aan hun trekken.
Toen de overheid dit gebied aan de Alfsee eind jaren zeventig aanwees als overloopbekken ontstond er een mooie locatie voor een camping. De Alfsee is maar liefst 220 hectare groot en het overloopbekken is een mooi overzichtelijk meer geworden waar liefhebbers o.a. kunnen zwemmen, zonnen, varen, surfen, vissen en waterskiën. Langs kabels boven het meer worden waterskiërs op veilige afstand van spelende kinderen 780 m voortgetrokken. Hoewel de camping aan twee kanten wordt begrensd door water, zijn er geen plaatsen aan het water. Gasten moeten de dijk oversteken om bij de Alfsee te komen en het recreatieterrein bij het overloopbekken heeft een eigen entree.
Het vijf sterren Alfsee park is in verschillende etappes aangelegd. De oudste gedeeltes liggen het verst van het water en zijn in gebruik als bungalowpark. De eigenlijke camping bestaat uit twee gedeeltes. Een gedeelte met standaardplaatsen en het nieuwste gedeelte met comfortplaatsen. Er is een speciaal veld voor campers en er wordt bij het reserveren alles aan gedaan om gelijkgestemde camperaars bij elkaar te plaatsen. De bosschages en grasvelden zien er netjes onderhouden uit en de voorzieningen op de kampeerplaatsen (water, elektra, afvoer, enz) zijn prima in orde. De verwarmde sanitairgebouwen ogen fris en zeer toegankelijk (ook de oude). De toiletten zijn voorzien van toiletpapier. Er zijn douches voor volwassenen, gezinnen, kinderen en baby’s en zelfs de hond heeft hier een eigen badkamer. Verder is er een ruim gesorteerde supermarkt, een restaurant, bar, activiteitenruimtes voor verschillende leeftijdsgroepen, diverse speelplaatsen, speelvelden, klimwanden, trampolines, skatebaan, zeil- en surfschool, kartbaan en een kinder autobaan. Er worden fietsen, bolderwagens en skelters verhuurd. Die vijf sterren zijn terecht toegekend!
Het professionele animatie team maakt er voor alle leeftijden een feest van en ook buiten het seizoen is het aanbod opvallend; van poppenkastvoorstellingen tot concerten.
Overal op het campingterrein zijn milieu besparende maatregelen getroffen en dat leverde de Milieubarometer op.
Met zo’n veelzijdig aanbod had ik een pittig prijskaartje verwacht maar dat juist valt erg mee. “Dat komt omdat we geen warme zomers kunnen garanderen”, aldus de directeur. En juist daarom mis ik een overdekt zwembad. Toekomstmuziek, verzucht de directeur tenslotte en dat zal het helaas nog wel even blijven. www.alfsee.de
De volgende dag rijden we naar Bramsche om Museum en Park Kalkriese te bezoeken (www.kalkriese-varusschlacht.de). Bij binnenkomst zien we niet meer dan een entree en een 40 meter hoge oranje/bruine toren. Het lijkt een misplaatst gebouw maar het blijkt een indrukwekend symbool gehuld in roestend staal. Het gebouw staat op historische grond en herbergt het museum. Hier hebben de Germanen, in het jaar 9 na Christus, geschiedenis geschreven. Ze lokten, in al hun eenvoud, Romeinse legioenen in een nederlaag en 10.000 Romeinse soldaten kwamen hier om het leven. Zij lieten stille getuigenissen in de grond achter. Slechts 1% hiervan is momenteel opgegraven en op de tweede verdieping van het museum liggen honderden van deze, in de grond gevonden, voorwerpen in vitrines uitgestald. De verwachting is dat het nog jaren duurt voordat de overige - nu nog lege - verdiepingen van het museum zijn gevuld met opgegraven items.
We stappen zo’n 2000 jaar terug in de tijd en gaan naar het bos om boven een open vuur een Germaanse maaltijd van gierst, melk, honing en room te bereiden. We eten het met warme appelmoes en hoewel het niet oogt valt de smaak alleszins mee.
We overnachten op een camperplaats naast het zwembad in Bramsche (geen voorzieningen).
Onderweg naar Bad Bentheim drinken we in een knus restaurantje koffie met overheerlijke handgemaakte Zuckerkuchen. We raken in gesprek met de uitbater en hij wijst ons op het bestaan van Kunstwegen, een 150 km lange (fiets)route tussen Nordhorn en Zwolle (www.kunstwegen.org). De Kunstwegenroute volgt de Vecht door het grensoverschrijdende Vechtdal en is uitermate geschikt voor een complete fietsvakantie, maar ook voor ontspannende uitstapjes met afzonderlijke etappes. Blauwwitte bordjes en een fietskaart met begeleidend boekje leiden actieve vakantiegangers door het idyllische landschap.
Als sluitstuk van onze ontdekkingstocht in de grensstreek bezoeken we Bad Bentheim. We overnachten op de parkeerplaats aan de voet van het schilderachtige kasteel, midden in het stadje (sleutel toiletgebouw bij VVV kantoor).
Bad Bentheim is een kuuroord met een geneeskrachtige warmwaterbron en een - uit zandsteen opgetrokken – burcht (13e eeuw). We laten ons door een gids rondleiden in de woonvertrekken en ze vertelt ons dat de burcht in 1895 werd bewoond door Koningin Emma en haar dochter Wilhelmina. Na ruim een uur zijn we aardig op de hoogte van de geschiedenis van het kasteel. Als we vertrekken sluit ze de poort achter ons want om 6 uur is het kasteel voor publiek gesloten. De enige bewoner, een hoogbejaarde man, glipt nog net langs ons heen naar binnen. Als we de camper binnen stappen houden we onze regenjassen aan. We hoeven maar een klein uurtje te rijden en thuis zal het ook wel regenen…
Tot slot
De Duitse grensstreek heeft wat natuurschoon betreft weinig verrassingen voor ons in petto. Het agrarische landschap ziet er net zo uit als in Twente. Hemelsbreed ligt dit immers maar een paar kilometer van elkaar verwijderd.
Toch heeft dit gebied als vakantiebestemming veel te bieden: de geringe reisafstand, de wandel- en fietsmogelijkheden, de leuke stadjes, de vele camperplaatsen, de attracties en bezienswaardigheden (en de lage entreeprijzen) en de bossen die kwistig zijn rondgestrooid. Richting het Osnabrückerland begint het te glooien en zien we de karakteristieke vakwerkhuizen en dan heb ik toch een leuke lijst ingrediënten die goed is voor een zeer aangenaam verblijf. Aangezien dit een goed bewaard geheim is wordt u hier niet door massa’s toeristen onder de voet gelopen en de plaatselijke bevolking vindt het nog leuk om eens met een vakantieganger van gedachten te wisselen. Enige nadeel is het erg Nederlandse weer, maar dat is vooraf bekend dus daar kunnen we ons op kleden.
www.muensterland-tourismus.de
www.grafschaft-bentheim-tourismus.de
www.osnabruecker-land.de
www.vvv-emsbueren.de